P6280616

Studies op het terrein

Doorgaan naar artikel*

Een duurzaam en verantwoord toerisme ontwikkelen op de terrils is alleen mogelijk als we rekening houden met alle – historische, landschappelijke en biologische – uitdagingen van de sites.

Daarom is er een standaardmethode voor biologische inventarisatie ontwikkeld en getest in eerdere grensoverschrijdende projecten rond de terrils. Met het project Destination Terrils is deze methode nog verbeterd en uitgebreid met een luik ‘Flora en Habitats’. Zo is er gedurende de vier seizoenen op het terrein een inventarisatie opgemaakt van alle soorten vogels, reptielen, amfibieën, lieveheersbeestjes, krekels, sprinkhanen en vaatplanten, alsook van de erfgoedhabitats (vegetatievormen) op de terrils. Op basis van die inventarisaties werd voor elke site een cartografie opgesteld van de biologische kwetsbaarheden om het gebruik van de terrils in een relevante en respectvolle koers te sturen (vooral wat betreft de bezoekersaantallen en de uitgezette routepaden).

P7010778

Naturalisten an het werk © Marine Bonnet

Naast die biologische inventarisaties werd ook een analyserooster uitgewerkt voor de historische (infrastructuur voor de aanleg van de terrils, resten enz.) en pittoreske (behoud van de zichtkegel, observatie van opvallende elementen in het landschap en de omliggende terrils vanaf de heuveltop enz.) indicatoren. Deze gegevens werden ook verwerkt in de diagnoses op het terrein. Verder zijn ook alle aanwezige onthaalstructuren opgelijst (informatieborden, wandelpaden, oriëntatietafels, banken, ‘sluippaden’ enz.).

Aanvullend werd een inventarisatie van het huidige gebruik opgesteld aan de hand van prospectief onderzoek en overlegvergaderingen met de betrokken structuren (VVV’s en toeristische diensten, gemeentebesturen, sportclubs, verenigingen enz.).

Weten hoeveel en welke bezoekers er op de terrils komen, betekent anticiperen en een kader scheppen voor de begeleiding van het huidige en toekomstige gebruik. Het betekent ook het aanbieden van doelgerichte inrichtingen die nodig zijn om de bezoekers en hun activiteiten zo optimaal mogelijk te ontvangen.

Om die bezoekersstudie zo correct mogelijk uit te voeren, werd een automatische telling uitgevoerd op de sites met behulp van tellers (Eco-Compteur) die de passantenstroom registreerden op een aantal iconische sites in Frankrijk en Wallonië. Aanvullend werd in situ een visuele telling uitgevoerd om de categorieën van gebruikers te bepalen en hun aantallen gedurende een bepaald tijdslot. Sommige sites kregen extra aandacht: op die plekken werd een enquête gehouden. Zo werden bezoekers ondervraagd over hun profiel, hun drijfveren en verwachtingen of hun geografische herkomst.

Aan de hand van al die gegevens zijn voor elke site schema’s opgesteld voor het onthaal en de toegankelijkheid. Daarbij ligt de focus op de erfgoedgerelateerde bezienswaardigheden en de toegankelijkheid via ‘zachte’ mobiliteit, zodat de biologische kwaliteit van de locatie intact blijft.